PARK JIHA - THE GLEAM

Artiest info
Website
facebook
label: Glitterbeat
distr.: Xango

Het is niet voor het eerst dat ik in deze kolommen de lof mag zingen van de bijzondere Koreaanse muzikante Park Jiha: ook haar vorige twee platen, “Communion” en “Philos” maakten hier geweldige reacties los en nu, met deze derde, is het niet anders. Die nieuwe plaat is immers van een verraderlijke, maar bijzonder ingrijpende eenvoud. Park Jiha reflecteert in acht relatief lange stukken, die samen op 50 minuten afklokken, over de samenhang tussen licht en muziek. Ze ging uit van de vaststelling dat elk van ons bewonderend naar de zachtheid van het licht bij een zonsopgang, of dat we allemaal overweldigd kunnen worden door een majestueuze zonsondergang, maar dat we daarbij al te gemakkelijk voorbijgaan aan het feit dat “licht” de hele dag door van kleur en timbre verandert. Dat besef groeide bij haar, toen zij, in een bunker optrad, ontworpen door architect Ando Tadao: de bunker heeft bovenaan een gleuf waardoor de hele dag lang het licht naar binnen kon en minuut per minuut de kamer een ander uitzicht gaf. De compositie die het gevolg was van haar ervaring daar, “Temporary Inertia”, sluit vandaag deze plaat af en vormt een heerlijk orgelpunt in een luisterervaring, waarvan een aantal ondertitels namen kregen als “At Dawn”, de opener, “Light Way” en “Nightfall Dancer”.

De muzikante speelt weer alles solo in en gebruikt daartoe de instrumenten die we van haar al kennen, maar die voor de meesten onder ons volledig in Mysterie gehuld zijn. De piri is een soort hobo, de Saenghwan een mondorgel dat er als een abstract beeldhouwwerk uitziet op de hoesfoto, de dulcimer die zij Yanggeum noemt en het glockenspiel waar we doorgaans al iets meer vertrouwd mee zijn. Daarmee creëert zij klaterende, heldere klanken, die elk op zich bijdragen tot het verduidelijken van de lagen die zij ziet in de evolutie van het licht doorheen de dag. Daartoe grijpt zij, al dan niet bewust, terug naar de traditionele Koreaanse muziek waarmee ze opgroeide, maar die bij haar geëvolueerd is naar een mengeling van minimalisme en improvisatie. Heel speciaal aan deze muziek, is dat ze lijkt te ademen en met een soort naturel op haar plaats valt, zoals je maar zelden meemaakt. Op de hele plaat is geen percussie-instrument te horen en toch zit ze vol ritme en dat is precies de invloed van de ademhaling.

In “Sunrise, a Song for Two Humans” wordt die aanpak bijzonder duidelijk: dat is namelijk muziek voor een zwart-witte stomme film. Park Jiha ging uit van een wit canvas dat ze zelf kon inkleuren (of net niet) met de kleuren die ze ervoer bij het kijken naar een zonsopgang. Ze slaagt er wonderwel in die nochtans persoonlijke ervaring te visualiseren, al grijpt ze daarvoor nergens naar één of andere vertrouwde componeermethode. Wat gebeurt, gebeurt en zij registreert en vertaalt. Dat klinkt allemaal eenvoudig en het album is ook bijzonder helder en transparant, maar ik stel wel vast dat het lastig is om de ervaring in woorden om te zetten.

Voor Park Jiha werkt dat allemaal wel, zo blijkt en ook voor haar creëerde de Covid-pandemie bijkomende en onverwachte mogelijkheden: doordat alles steeds maar opgeschoven en uitgesteld werd, kon zij steeds grondiger op het thema “Licht/muziek” ingaan om uiteindelijk tot die juweeltje van een plaat te komen. Elk facetje van de diamant is tot in de perfectie geslepen en je krijgt als luisteraar een heel fijn inzicht in het proces. Resultaat: een ongelooflijk mooie, pure en heldere plaat van een nog jonge muzikante, die kennelijk nog lang niet aan de grens zit van haar mogelijkheden!

(Dani Heyvaert)